English |
Dutch |
German |
Polish |
Home |
Martin Sjardijn, geboren op 21 december 1947 in Den Haag, Nederland, is een veelzijdig Nederlands beeldend kunstenaar, actief als schilder, beeldhouwer, digitaal kunstenaar en conceptueel kunstenaar. Hij woont en werkt in Den Haag, waar hij een vernieuwend oeuvre heeft ontwikkeld dat traditionele kunstvormen combineert met geavanceerde technologieën zoals virtual reality en gewichtloze sculptuur.
Martin Sjardijn werd geboren op 21 december 1947 in Den Haag, Nederland. Hij begon zijn artistieke opleiding aan de Vrije Academie in Den Haag van 1966 tot 1968, voordat hij zich van 1968 tot 1973 inschreef aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Tussen 1978 en 1981 studeerde hij cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit, met een focus op filosofie en literatuur. Deze multidisciplinaire opleiding vormde zijn interdisciplinaire benadering van kunst.
In de jaren 1970 maakte Sjardijn deel uit van de beweging van de Nieuwe Haagse School, bekend om haar vernieuwing van de figuratieve kunst. Zijn werken werden tentoongesteld in gerenommeerde galeries, wat hem vroege erkenning opleverde. Hij werkte samen met de Franse groep Ludic om tussen 1970 en 1973 vier futuristische speeltuinen (Buiteltuinen) te ontwerpen voor het warenhuis De Bijenkorf. Samen met de kunstenaars Hans Koetsier, Peer van Houwelingen en Nout Visser creëerde hij een ruimtelijk kunstwerk in Zoetermeer. Later richtte hij de werkgroep Speelbouw op om moderne speeltuinen te ontwikkelen. In 1978 richtte hij samen met Willem van Drecht het Haags Centrum voor Actuele Kunst (HCAK) op, de eerste door kunstenaars geleide initiatief in Nederland.
Vanaf de jaren 1980 onderzocht Sjardijn nieuwe technologieën en werd hij een pionier van de digitale kunst. In 1984 begon hij zich te interesseren voor gewichtloze sculpturen en lanceerde in 1985 het project Weightless Sculpture. Dit visionaire project is gebaseerd op het idee van een "lijn in de ruimte, zichtbaar met het blote oog vanaf de aarde op heldere nachten". In 1986 presenteerde hij de eerste werken en verklaringen van dit project in het Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum Den Haag), vergezeld van een animatie getiteld Leeg Vierkant, gemaakt in het Omniversum in samenwerking met astronoom Dr. Wim Bijleveld op de planetaire computer Digistar.
In 1990 begon Sjardijn te experimenteren met virtual reality aan de Technische Universiteit Delft onder leiding van professor Erik Jansen en ingenieur Jouke Verlinden, waarbij hij gebruikmaakte van head-mounted displays en tactiele feedback-handschoenen. Met de komst van het internet verdiepte hij zich in interactieve virtual reality, 3D-printen en robotica. In 1998 startte hij een kunst- en educatieproject met interactieve 3D-technologie (VRML) in samenwerking met het Groninger Museum, inclusief de creatie van een virtueel museum in 2000. Zijn project ArtSpaceLab omvat een virtuele tentoonstelling, een database met vrije software en tutorials, en een voorstel voor een kunstproject op het Internationaal Ruimtestation (ISS).
Sinds 2011 keerde Sjardijn terug naar de schilderkunst, geïnspireerd door zijn partner en muze, de dichteres en schrijfster Anne Borsboom. Hun samenwerking leidde tot gezamenlijke projecten zoals de publicatie Woord Beeldt Uit (2013, ISBN 978-90-814510-3-1) en tentoonstellingen bij de Haagse Kunstkring. Samen wonnen ze twee poëzieprijzen in Amsterdam (Eijlders en Pomgedichten.nl), die in 2021 controversieel werden ingetrokken vanwege een ongegronde beschuldiging van plagiaat, wat opschudding veroorzaakte in de Haagse kunstscene.
In 2018 begon Sjardijn aan het virtual reality-project Black Box, dat werd geïntegreerd in de Moon Gallery in samenwerking met ESTEC. Dit project combineert klassieke tekeningen met virtuele installaties. Hij blijft actief binnen de Haagse Kunstkring (afdeling Literatuur, Theater en Film) en in het Pulchri Studio, waar hij regelmatig exposeert. Zijn recente werk omvat filosofische teksten over Totaal Idealisme en gedichten geïnspireerd door hedendaagse filosofie en fysica.
Sjardijn woont en werkt in Den Haag en is sinds 2010 in een relatie met Anne Borsboom, met wie hij artistiek samenwerkt. Sinds 2014 woont en werkt hij afwisselend in Frankrijk en in Scheveningen, een wijk van Den Haag.
Sjardijn heeft een belangrijke rol gespeeld in de Haagse kunstscene. In 1997 richtte hij samen met Bander van Ierland een digitale werkplaats op aan de Vrije Academie onder leiding van Bob Bonies. Hij ontving meerdere beurzen en subsidies van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst. Zijn werken worden tentoongesteld in galeries in Europa, de VS en Canada en maken deel uit van particuliere collecties.
Sjardijns werk kenmerkt zich door een spanning tussen crisis en toeval, die hij als een "geschenk" in zijn creatieve proces beschouwt. De mens staat centraal in zijn inspiratie, en zijn oeuvre combineert traditionele media (olie, aquarel) met geavanceerde technologie. Zijn solotentoonstellingen, zoals die in Katwijk (2020) en in Galerie Gabriel in Frankrijk, benadrukken deze samensmelting van klassieke en hedendaagse technieken, vaak met een focus op virtual reality. Zijn inspiraties omvatten Francis Bacon voor de schilderkunst en recenter Tracey Emin.
In 2021 stonden Sjardijn en Anne Borsboom in het middelpunt van een controverse toen twee poëzieprijzen die ze hadden gewonnen werden ingetrokken vanwege een beschuldiging van plagiaat, die later ongegrond bleek. Dit incident veroorzaakte opschudding in de Haagse kunstgemeenschap.
Martin Sjardijn is een Nederlands kunstenaar die de kunstscene heeft gevormd door zijn vermogen om traditionele en moderne technologieën te combineren. Opgeleid aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, begon hij in de jaren 1970 als schilder voordat hij zich wendde tot digitale kunst en virtual reality. Zijn project Weightless Sculpture is een visionair concept voor kunst die vanaf de aarde zichtbaar is. Recentelijk heeft zijn samenwerking met dichteres Anne Borsboom zijn werk verrijkt, maar leidde ook tot een controverse rond poëzieprijzen.
Sjardijn wordt erkend als een pionier van de digitale kunst in Nederland, omdat hij computers en virtual reality onderzocht voordat deze technologieën mainstream werden in de kunstwereld. Zijn tentoonstellingen, zoals die in Katwijk en Frankrijk, tonen zijn toewijding aan het verkennen van nieuwe media terwijl hij geworteld blijft in universele menselijke thema's.
Martin Sjardijn, geboren op 21 december 1947 in Den Haag, Nederland, is een veelzijdig Nederlands beeldend kunstenaar, actief als schilder, beeldhouwer, digitaal kunstenaar en conceptueel kunstenaar. Hoewel sommige bronnen Scheveningen, een wijk van Den Haag, als geboorteplaats noemen, bevestigen officiële documenten Den Haag als zijn geboortestad. Sjardijn woont en werkt in Den Haag en verblijft sinds 2014 ook in Frankrijk. Zijn werk, dat traditionele kunstvormen combineert met geavanceerde technologie, is internationaal erkend, met name voor zijn project Weightless Sculpture en zijn pionierswerk in virtual reality.
Sjardijn begon zijn artistieke opleiding aan de Vrije Academie in Den Haag van 1966 tot 1968, voordat hij zich van 1968 tot 1973 inschreef aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Tussen 1978 en 1981 studeerde hij cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit met een focus op filosofie en literatuur. Deze multidisciplinaire opleiding vormde zijn interdisciplinaire benadering, die zijn projecten beïnvloedde door kunst, wetenschap en filosofie te combineren.
In de jaren 1970 maakte Sjardijn deel uit van de Nieuwe Haagse School, een beweging die bekend staat om haar vernieuwende benadering van figuratieve kunst. Zijn schilderijen werden tentoongesteld in gerenommeerde galeries, wat hem vroege erkenning opleverde. Hij werkte samen met de Franse groep Ludic om tussen 1970 en 1973 vier futuristische speeltuinen (Buiteltuinen) te ontwerpen voor De Bijenkorf-warenhuizen in Nederland en Frankrijk. Met de kunstenaars Hans Koetsier, Peer van Houwelingen en Nout Visser creëerde hij een ruimtelijk kunstwerk in Zoetermeer. Later richtte hij de werkgroep Speelbouw op om moderne speeltuinen te ontwikkelen en organiseerde hij kunstprojecten in openbare ruimtes.
In 1978 richtte Sjardijn samen met Willem van Drecht het Haags Centrum voor Actuele Kunst (HCAK) op, de eerste door kunstenaars geleide initiatief in Nederland, dat een sleutelrol speelde in de promotie van hedendaagse kunst in Den Haag.
In de jaren 1980 onderzocht Sjardijn de mogelijkheden van nieuwe technologieën en werd hij een pionier van de digitale kunst in Nederland. In 1984 begon hij zich te interesseren voor gewichtloze sculpturen en lanceerde in 1985 het project Weightless Sculpture. Dit visionaire project is gebaseerd op het idee van een "lijn in de ruimte, zichtbaar met het blote oog vanaf de aarde op heldere nachten". In 1986 presenteerde hij de eerste werken en verklaringen in het Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum Den Haag), vergezeld van een animatie getiteld Leeg Vierkant, gemaakt in het Omniversum in samenwerking met astronoom Dr. Wim Bijleveld op de planetaire computer Digistar. Het project trok internationale aandacht met reacties van figuren zoals Christo en Harald Szeemann.
In 1990 begon Sjardijn te experimenteren met virtual reality aan de Technische Universiteit Delft onder leiding van professor Erik Jansen en ingenieur Jouke Verlinden. Hij gebruikte head-mounted displays en tactiele feedback-handschoenen, gefinancierd door de Mondriaanstichting. Met de komst van het internet verdiepte hij zich in interactieve virtual reality, 3D-printen en robotica. In 1998 startte hij een kunst- en educatieproject met interactieve 3D-technologie (VRML) in samenwerking met het Groninger Museum, inclusief de creatie van een virtueel museum in 2000. Zijn project ArtSpaceLab omvat een virtuele tentoonstelling, een database met vrije software en tutorials, en een voorstel voor een kunstproject op het Internationaal Ruimtestation (ISS). Hij werkte ook samen met het Haags Montessori Lyceum aan educatieve projecten.
Sinds 2011 keerde Sjardijn terug naar de schilderkunst, geïnspireerd door zijn partner en muze, de dichteres en schrijfster Anne Borsboom. Hun samenwerking leidde tot gezamenlijke projecten zoals de publicatie Woord Beeldt Uit (2013, ISBN 978-90-814510-3-1) en tentoonstellingen bij de Haagse Kunstkring. Samen wonnen ze twee poëzieprijzen in Amsterdam (Eijlders en Pomgedichten.nl), die in 2021 controversieel werden ingetrokken vanwege een ongegronde beschuldiging van plagiaat, wat opschudding veroorzaakte in de Haagse kunstscene.
In 2018 begon Sjardijn aan het virtual reality-project Black Box, dat werd geïntegreerd in de Moon Gallery in samenwerking met ESTEC. Dit project combineert klassieke tekeningen met virtuele installaties. Hij blijft actief binnen de Haagse Kunstkring (afdeling Literatuur, Theater en Film) en in het Pulchri Studio, waar hij regelmatig exposeert. Zijn recente werk omvat filosofische teksten over Totaal Idealisme, gedichten geïnspireerd door hedendaagse filosofie en fysica, en onderzoek naar kunstmatige intelligentie in de kunst.
Sjardijn woont en werkt in Den Haag en verblijft sinds 2014 ook in Frankrijk, met name in Scheveningen. Sinds 2010 is hij in een relatie met Anne Borsboom, met wie hij artistiek samenwerkt. Hun partnerschap heeft zijn werk verrijkt, vooral op het gebied van literatuur en poëzie. Sjardijn noemt Francis Bacon als een belangrijke invloed voor de schilderkunst en recenter Tracey Emin. Hij heeft ook samengewerkt met kunstenaars zoals Peter Kattenberg (in New York) en Anne Woodward (aan het project The Art of Nietzsche).
Sjardijn heeft een belangrijke rol gespeeld in de Haagse kunstscene. In 1997 richtte hij samen met Bander van Ierland een digitale werkplaats op aan de Vrije Academie onder leiding van Bob Bonies. Hij ontving meerdere beurzen en subsidies van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst. Zijn werken worden tentoongesteld in galeries in Europa, de VS en Canada en maken deel uit van particuliere collecties. Hij gaf les aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, de Vrije Academie en de Universiteit van Amsterdam, en beïnvloedde een nieuwe generatie kunstenaars in het gebruik van digitale technologieën.
Zijn bijdragen zijn gedocumenteerd in publicaties zoals DECORUM (Universiteit Leiden, 1989), Andere Sinema (1991), Beeldend Nederland (1993, ISBN 90-801063-1-3) en AR[t] Digital Technologies and Fine Art (2012). Interviews met Philip Peters (Groninger Museum Magazine, 2005) en Simon Koene (Pulchri Magazine, 2008) belichten zijn artistieke benadering. Zijn werken zijn te koop op platforms zoals Kunstveiling.nl en Saatchi Art.
Sjardijns werk kenmerkt zich door een spanning tussen crisis en toeval, die hij als een "geschenk" in zijn creatieve proces beschouwt. De mens staat centraal in zijn inspiratie, en zijn oeuvre combineert traditionele media (olie, aquarel) met geavanceerde technologie. Zijn solotentoonstellingen, zoals die in Katwijk (2020) en in Galerie Gabriel in Frankrijk, benadrukken deze samensmelting van klassieke en hedendaagse technieken, vaak met een focus op virtual reality. Hij onderzoekt ook naaktstudies en directe acties, geïnspireerd door levende modellen.
In 2021 stonden Sjardijn en Anne Borsboom in het middelpunt van een controverse toen twee poëzieprijzen die ze hadden gewonnen werden ingetrokken vanwege een beschuldiging van plagiaat. Deze beschuldiging, die later ongegrond bleek, veroorzaakte opschudding in de Haagse kunstgemeenschap en bracht spanningen in de Amsterdamse poëziewereld aan het licht.
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
1966-1968 | Studie aan de Vrije Academie, Den Haag |
1968-1973 | Studie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag |
1978 | Oprichting Haags Centrum voor Actuele Kunst (HCAK) met Willem van Drecht |
1985 | Start van het project Weightless Sculpture |
1990 | Begin van experimenten met virtual reality aan de TU Delft |
1998 | Kunst- en educatieproject met het Groninger Museum |
2011 | Terugkeer naar de schilderkunst, samenwerking met Anne Borsboom |
2018 | Start van het project Black Box voor de Moon Gallery |